Over DVUA

Rob de Vries

De Vries Urban Architecture (DVUA) wil laten zien dat je met ruimte, materiaal en een flinke dosis creativiteit binnen alle randvoorwaarden en regels tot verrassende gebouwen kunt komen. DVUA wordt geleid door Rob de Vries. Door mij dus. Ik ben:

  • Architect
  • Restauratiearchitect
  • Bouwhistoricus
  • Beeldend kunstenaar (zie ook: robdevrieswerk.nl)

Dat is nogal wat. En zo ziet mijn huis er ook uit; alsof ik met veel tegelijk bezig ben.

Ooit begon ik mijn carrière als timmerman en meubelmaker, deed in de avonduren MTS, daarna HTS (ook ’s avonds) en ging de Academie van Bouwkunst doen op advies van een van mijn HTS-docenten. “Want je kan zo lekker tekenen”, zei hij. Dat tekenen is altijd gebleven. En over die Academie kreeg hij gelijk. Toen ik daar eenmaal was, dacht ik: hier ga ik nooit meer weg.

Nadat ik cum laude afstudeerde aan de Academie, heb ik veel gebouwen ontworpen en gerestaureerd. Kerken, molens, stationsgebouwen, appartementen, scholen, villa’s en restaurants. Van Nederland tot in Nieuw-Zeeland. Als het moeilijk is, dan vind ik het leuk. En het gevoel dat je krijgt als ‘jouw’ gebouw uit de steigers komt, dat is onbetaalbaar.

Architectuur

Architectuur is het allermooiste werk van de wereld en een verantwoordelijkheid: ik wil gebouwen ontwerpen die er over 100 jaar nog staan. Die passen in hun omgeving, in hun relatie tot de maatschappij. Een gebouw moet – naar mijn bescheiden mening – iets eeuwigs in zich dragen. Het mag niet ‘in de mode zijn’, zodat het ook nooit uit de mode is. Hoe ik begin? Met schetsontwerpen. Tekeningen uit de losse pols en soms gedetailleerde aquarellen waar het nodig is. Je kunt er bijna 200 vinden in het Regionaal Archief Alkmaar.

Als er ergens een nieuw gebouw komt, dan is het van belang dat je kijkt naar wat er al staat en hoe dat eruit ziet. Hoe past jouw nieuwe project daartussen? Moet het nieuw en eigentijds zijn, of moet het zich juist verstoppen? Voor welke doelgroep bouw je? Heeft de locatie een historie? Speelt cultuur een rol? En let op het praktische: zijn er voldoende parkeerplaatsen en groeien kinderen er blij op? Daarnaast is het mooie soms belangrijker dan het handige. Licht is voor mij noodzakelijk. En als dat betekent dat ik op een onmogelijke plek een extra raam moet plaatsen, dan doe ik dat. Creatieve glazenwassers bestaan ook.

Van restauratie tot nieuwbouw

Het komt voor dat opdrachtgevers willen weten of een pand monumentale waarde heeft. Dan wordt de bouwhistoricus in mij wakker en doe ik grote en kleine ontdekkingen. Ik stuit op balken en verfkleuren, laat dendrochronologisch doen, en zie aan metselverbanden en andere constructiedetails in welke periode een pand gebouwd is.

Soms valt dat bouwhistorisch onderzoek samen met restauratiewerk. Zo heb ik voormalige kaasboerderij de Leeuwenhof uit 1633 in Heerhugowaard gerestaureerd en verbouwd tot bijzondere woonzorgvoorziening, net als de vroeg 17e -eeuwse Twuyvermolen, waarin inmiddels een modern interieur nestelt. Ook ben ik in Artis bezig geweest met het interieur van een van de panden uit 1850 en heb ik in Alkmaar de Sint Josephkerk gerestaureerd en daarin riante woningen ontworpen.

Nieuwbouw vind ik net zo leuk. Ik heb opdrachten gedaan voor particuliere opdrachtgevers en grotere projectontwikkelaars. Drie Klaassen in Alkmaar bijvoorbeeld, heb ik ontworpen en geïnspireerd op een van de meest opvallende grachtenpanden in Amsterdam: de Drie Hendricken. Groter zijn winkelcentrum Oudorp en woongebouw De Westfrieschepoort. Ook ontwierp ik een bescheiden minimalistische kubus voor een particuliere eigenaar in Bergen. Die totale abstractie van dat huis – er kon echt niets meer af –, maakte dat ik begon met beeldende kunst.

Minimalisme: ruimte, daglicht en constructie

De minimalistische bouw past mij. Steen, beton en glas, maar door mijn start ooit als meubelmaker en timmerman komen in nagenoeg alle projecten wel houten onderdelen voor. De robuustheid maakt het tijdloos, de abstractie zorgt ervoor dat het onderhoudstechnisch interessant is voor eigenaren en de kracht van het minimale blijft fascinerend.

De ruimte die een object inneemt, de ruimte in het gebouw, het licht dat binnenkomt en de constructie waarmee je bouwt, bepalen voor mij het ontwerp. Als dat staat, en dan het liefst zo sober mogelijk, dan is het klaar. Met niks doe je dan alles.

Inspiratie: Romaans-Japans

Soms word ik bestempeld als moderne architect, maar eigenlijk is de stijl waar ik het liefst in opereer al eeuwenoud. Neem de Romaanse kloosters in Frankrijk, zoals Fontenay en Le Thoronet, of – moderner – de Japanse architect Tadao Ando (de meester van het licht en moderne vormgever van Japanse cultuur en tradities). Ook ben ik bewonderaar van de grote stapelspantconstructies in Japanse tempeldaken. Prachtig. En aardschokbestendig. Met houten stapelspanten in een dansstudio heb ik ooit een architectuurprijs gewonnen.

Die Japanners hebben een engelengeduld, daar word je raar van. Die fijnheid, dat tactiele, dat ze in hun constructies, details en tuinen gebruiken. De manier waarop zij met licht, ruimte en constructie spelen, is voor mij een enorme bron voor inspiratie. Ook in mijn werk als beeldend kunstenaar.

Over DVUA

De Vries Urban Architecture (DVUA) is gevestigd in Alkmaar. Rob de Vries (Anna Paulowna, 1963) werkte van 1993 tot 1999 als projectleider bij 'De Architectengroep' in Amsterdam. In 1998 studeerde hij cum-laude af aan de academie van bouwkunst in Amsterdam. In 1999 startte hij als zelfstandig architect zijn eigen bureau.

Bezoek de kunstwebsite van Rob de Vries

Contact

Heeft u vragen, opmerkingen? Stel ze via onderstaand formulier: